Doel: het begrijpen van teksten door alinea's in de goede volgorde te leggen
Tijd: 15-20 minuten
Benodigdheden: tekst, paperclips
Groepering: tweetallen
Hoe werkt het?
1. Kies en kopieer voor ieder tweetal een tekst. Je kunt denken aan recepten, gebruiksaanwijzingen, advertenties, brieven, betogende teksten etc. Als je signaalwoorden en overgangszinnen wilt oefenen is elke tekst geschikt. Let wel erop dat er duidelijke verbindingen zijn tussen alinea's. Pas de tekst eventueel een beetje aan.
2. Knip de tekst in een aantal strookjes (bijvoorbeeld alinea's). Bundel voor elk tweetal de strookjes met een paperclip. Maak tweetallen en geef elk tweetal een bundeltje strookjes.
3. De leerlingen lezen eerst alle strookjes en gaan ze daarna in de goede volgorde leggen. Ze bespreken met elkaar waarom ze voor die volgorde kiezen.
4. Vraag een tweetal wat volgens hen de goede volgorde van de strookjes is en waarom ze hiervoor hebben gekozen. Vraag aan andere tweetallen of zij het hiermee eens zijn en zo niet, waarom niet. Als leerlingen een andere volgorde hebben bedacht die zij goed kunnen beargumenteren, dan is dat prima.
Variatie
Je kunt deze werkvorm combineren met de werkvorm Gatentekst. Laat de leerlingen eerst de strookjes in de juiste volgorde leggen en dan de gaten invullen.
Bron en eventuele aanpassingen
Deze werkvorm komt uit het boek Actief met taal van Dieuwke de Coole en Anja Valk. Het deel over teksten met signaalwoorden en overgangszinnen heb ik zelf toegevoegd. Deze werkvorm is ontzettend geschikt daarvoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten